vakfederatie rietdekkers
Over riet > Kwalitieiseisen
Welkom op de website van Rietdekker Ninjéh Schrijver te Joppe Gelderland.

Kwaliteit en kwaliteitseisen van het rietendak

De kwaliteit en levensduur van een rietendak zijn allereerst afhankelijk van de gebruikte materialen en de uitvoering van de rietdekkers werkzaamheden.
Om deze kwaliteit te verhogen heeft de Vakfederatie Rietdekkers minimum eisen gesteld waaraan een rietdak moet voldoen.
Deze eisen zijn vastgelegd in de Kwaliteitseisen en Uitvoeringsrichtlijnen van de Vakfederatie Rietdekkers.

Uit het voorafgaande komt duidelijk het belang naar voren dat de rietdekker het streven moet hebben om een zo goed mogelijk rietendak te leggen met het beste materiaal en de kennis die op dat moment voorhanden is.

Kwaliteit van het riet:
Alleen zoetwater riet van eerste kwaliteit mag verwerkt worden.
Riet van eerste kwaliteit moet bestaan uit volwassen rechte, buigzame, harde stengels zonder blad. Het mag niet verbroeit, beschimmeld of verrot zijn en niet vermengd met stoppels, onkruid, ruigt of dergelijke.
De Vakfederatie adviseert om in de offerte soort en de herkomst van het riet duidelijk te omschrijven.
Bij een normaal dak (45 graden) mag de eerste laag bestaan uit oud riet, toppen en/of duilen, (dit moet wel duidelijk met de klant afgesproken worden).
Indien dit met de klant afgesproken is mag dit tot maximaal 2/3 in de voet zichtbaar zijn.
Opgepast: Monumentenzorg accepteert veelal geen duilen of oud riet in de voet. Duilen mogen in beperkte mate in het riet aanwezig zijn (Max. 2%).
Het gebruikte riet (lengte en dikte), de dikte van het rietpakket en het uitgevoerde werk behoren op elkaar afgestemd te zijn.

Knelling:
Overal daar waar riet over de rand van de onderconstructie steekt moet gezorgd worden voor "knelling" (het riet komt zo onder spanning te staan).
De knelling moet minimaal 40mm tot maximaal 60mm. bedragen (afhankelijk van de te verwachten windbelasting ter plaatse).
De knelling moet aan de bovenzijde arm worden uitgevoerd zodat geen hinderlijke spleet overblijft.
Het riet moet ongeveer 12 tot 15cm over de knelplank uitsteken (gemeten aan de binnenkant).
De Vakfederatie adviseert om het overstek van de binnenkant breeuw ongeveer 5cm. armer uit te voeren dan het overstek aan de buitenkant (zo blijft de breeuw schoner).

De rietlatten:
De eerste rietlat moet worden aangebracht op 20cm van de knijpplank.
De tweede rietlat op 12cm van de eerste, elke volgende rietlat op 28cm tot 30cm.
De bovenste rietlat zit op 15cm van de bovenzijde. De op een na bovenste 20cm
hieronder.

Het binden:
Het riet moet strak gebonden worden op de eerder genoemde rietlat afstanden.
Op hoekkepers moeten rijgers en/of stormsteken in het riet worden aangebracht.
Het dun draad moet bestaan uit 1mm RVS draad en elke 22cm worden aangebracht.

De gaarde:
De gaarde moet bestaan uit gegalvaniseerde staaldraad nr. 6 (5mm) of 7 (4,6mm).

Dakdikte:
Als de afstand van de nok van het dak tot de knijpplank ten hoogste 7m¹ bedraagt,
de dakhelling gelijk aan of groter dan 40° is en riet gebruikt wordt dat korter is dan 1,50m¹ dan moet de dikte van de rietlaag aan de voet van het dak tenminste 25cm bedragen en aan de top tenminste 22cm. De slijtlaag moet minimaal 9cm bedragen.
Indien de afstand nok-knijpplank meer dan 7m¹ bedraagt of de dakhelling geringer is dan 40° of riet gebruikt wordt dat langer is dan 1,50m¹ dan worden de bovenstaande maten 28cm en 25cm. De minimale slijtlaag wordt dan 10cm.

Aanzicht:
Een rieten dak welke is gelegd op een vlakke ondergrond behoort vlak opgeleverd te worden.
Riet is een natuurproduct wat van jaar tot jaar en van groeiplaats tot groeiplaats grote verschillen kan laten zien in kleur, lengte en dikte.
Dit is op een nieuw dak vaak goed te zien (een zogenaamd dambord patroon).
Dit zegt niets over de kwaliteit van het gebruikte riet en trekt in het eerste jaar geheel weg.

Nokafwerking:
Het riet moet aan de nok zo hoog worden opgewerkt dat tussen dreef en nokafwerking
niet meer dan 6cm overblijft en dus niet meer dan 6cm stoppel zichtbaar is.
De Vakfederatie adviseert om onder de vorsten een strook gaas aan te brengen (al of niet zichtbaar) t.b.v. de wapening van de onderzoom van de nokafwerking.

Hellingshoeken:
De absolute minimale dakhelling waarop riet gelegd kan worden is voor korte dakvlakken 30° (dakvlakken tot 2m¹ of dakkapellen met een vlakke bovenzijde etc.).
Voor langere dakvlakken is dat een minimale dakhelling van 40°.
Ook voor ronde dakkapellen is de absolute minimum maat 30°.
Wanneer riet gelegd wordt op een dakhelling met een hellingshoek die kleiner is dan 45° moet men met een kortere levensduur rekening houden.

 

Bovenstaande eisen zijn de minimum eisen waaraan een rieten dak tenminste moet voldoen.
Aangezien het rietdekken een ambachtelijk handwerk is zullen daken in de praktijk verschillen in kwaliteit.
Bovenstaande eisen geven een goed dak weer.
Er worden natuurlijk daken gemaakt die ver boven deze minimale eisen uitstijgen.
Dit vertaalt zich normaliter direct in een langere levensduur.